Tot 31 december 2019 is de maximale duur van de partneralimentatie beperkt tot twaalf jaar. 

Per 1 januari 2020 wordt de maximale alimentatietermijn de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar.

Bepalend voor de toepassing van de verkorte duur van de partneralimentatie, is de datum dat het echtscheidingsverzoek is aangevraagd bij de rechtbank. Als de aanvraag van de scheiding is gedaan op 20 december 2019 en de scheiding is definitief op 1 april 2020, dan geldt nog steeds de oude regeling, dus met de langere duur tot 12 jaar.

Op de regel van maximaal vijf jaar partneralimentatie, gelden een aantal uitzonderingen.

1. Jongste kind jonger dan 12 jaar 

De alimentatieontvanger die voor de kinderen zorgt, houdt minimaal recht op partneralimentatie totdat het jongste kind 12 jaar is.

2. Huwelijken langer dan vijftien jaar

Als het huwelijk langer heeft geduurd dan vijftien jaar en waarbij de alimentatieontvanger tien jaar voor de AOW-leeftijd zit, kan de alimentatieplicht doorlopen tot de pensioendatum.

3. 50-plussers

Alimentatieontvangers die 50 jaar of ouder zijn en die langer dan vijftien jaar zijn getrouwd, hebben maximaal tien jaar recht op partneralimentatie.

4. Schrijnende gevallen

Er is een zogenaamde hardheidsclausule voor schrijnende gevallen. Hiervan is sprake, als de beëindiging van de partneralimentatie te zeer ingrijpend is, zoals bij ziekte, of blijvende arbeidsongeschiktheid.  

Als je gaat scheiden komt er ontzettend veel op je af. Waarschijnlijk ben je niet in zakelijke topvorm vanwege de emoties die bij een scheiding komen kijken. Dan is het best lastig om te zorgen dat je geen belangrijke zaken vergeet. Is je pensioen dan belangrijk?Je denkt misschien: ‘dat is nog zover weg’ of ‘dat zien we dan wel weer’. Daarmee loop je wel het risico om jezelf, of je ex-partner, tekort te doen.

Als je getrouwd bent, of een geregistreerd partnerschap hebt, is de Wet verevening ouderdomspensioen van toepassing. Deze wet zegt dat ex-echtgenoten en ex-partners het pensioen dat ze hebben opgebouwd tijdens hun huwelijk of partnerschap met elkaar moeten delen. Dus de helft van dit ouderdomspensioen is op de datum van pensioen voor de ander. Als de ene partner veel en de andere partner weinig ouderdomspensioen heeft opgebouwd, tijdens jullie huwelijk of partnerschap, wordt dat verschil op deze manier ‘verevend’.De gedachte daarachter is dat je elkaar tijdens je samenzijn hebt ondersteund in het opbouwen van pensioen. Als jullie bij elkaar gebleven zouden zijn, zouden jullie dit opgebouwde pensioen samen genoten hebben. Daarom vindt de wetgever het redelijk om dit met elkaar te delen.

Toch is dat niet zo. Zelfs als je besluit om inderdaad precies volgens de wet te verdelen, dan moet je een actie ondernemen om dat te regelen. Dan moet je namelijk allebei, naar alle pensioenfondsen waarbij je te verdelen pensioen hebt opgebouwd, een formulier opsturen dat door jullie allebei is ondertekend. En dat binnen twee jaar na de officiële scheidingsdatum. En geloof me, dat formulier invullen is nog wel even een zit! Dit kun je dan ook het beste doen tegelijkertijd met het tekenen van alle andere stukken, zoals het echtscheidingsconvenant.

En het is belangrijk om te weten dat je, in gezamenlijk overleg, ook kunt besluiten om het ouderdomspensioen niet, of anders, te verdelen. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als er tussen jullie een aanzienlijk leeftijdsverschil is. Of als jullie ook andere potjes voor later hebben dan de opgebouwde pensioenen bij pensioeninstellingen. Vraag bij je mediator na wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn.

Recent ondersteunde ik twee scheidende partners met een leeftijdsverschil van 5 jaar. Hadden zij hun pensioenen volgens de wet verevend, dan was de consequentie geweest dat de vrouw 5 jaar voor haar eigen pensioendatum de helft van het pensioen van de man had gekregen. Zij zou dan nog volop aan het werk zijn en niet per se om het geld verlegen zitten. Maar de gepensioneerde man zou nog 5 jaar moeten wachten op de helft van het tijdens huwelijk opgebouwde pensioen van de vrouw, en hij zou het gedurende die 5 jaar met de helft van zijn tijdens huwelijk opgebouwde pensioen moeten stellen.

Al met al niet een heel wenselijke uitkomst. Ik heb deze mensen geïnformeerd over de mogelijkheid van conversie, en met ze gekeken naar de situatie bij afzien van verevening. Met nog wat aanvullende informatie van de betrokken pensioenfondsen konden zij een weloverwogen keus maken, en komen zij later niet voor onaangename verrassingen te staan.

Waarom is het belangrijk om het onderwerp pensioen te bespreken tijdens je scheiding? Omdat je niet in de situatie wilt belanden dat je tegen de tijd dat je met pensioen gaat niet rond kunt komen. Ook al is pensioen nog ver weg, als je je scheiding goed samen wilt regelen, hoort het bespreken van de pensioensituatie erbij.

Ter afsluiting een tip om het je makkelijker te maken: kijk op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Daar zie je precies op welke datum je wat aan pensioen en AOW krijgt. Vraag of je partner dat ook doet, dan is er voor jullie samen duidelijkheid. En kunnen jullie ook dit aspect van je scheiding samen goed regelen.

Ik help je graag bij het maken van keuzes over pensioen bij scheiding.